Het tonen van emoties na het winnen of verliezen van een wedstrijd is in Japan altijd al een gevoelig onderwerp geweest. Westerlingen verbazen zich vaak over het feit dat een sumo-worstelaar die het kampioenschap heeft gewonnen of de hoogste rang van yokozuna krijgt aangemeten geen spier in zijn gezicht vertrekt. Hij blijft uiterst kalm, en hij toont noch blijdschap noch verdriet. Vaak wordt dan gezegd dat de Japanners ondoorgrondelijk zijn, dat je niet achter hun gezicht kunt kijken, dat ze zich niet laten gaan. Dit berust op een misverstand.

20150817002808

Gezichtsverlies

Het ergste wat een Japanner kan overkomen is gezichtsverlies. En dat gezicht kun je op meerdere manieren verliezen. Een leraar kan zijn gezicht verliezen als een leerling tijdens de les bijdehante opmerkingen gaat maken en hem ten overstaan van iedereen op een fout wijst. Een leerling kan zijn gezicht verliezen als hij ten overstaan van iedereen door zijn leraar wordt uitgescholden omdat hij er niets van terechtbrengt.

Japanners trekken deze lijn door naar alles, ook judowedstrijden. Hoe leuk is het als verliezer om geconfronteerd te worden met een tegenstander die een rondedansje maakt om te laten zien dat hij beter kan judoën dan jij? En andersom: hoe leuk is het als winnaar om geconfronteerd te worden met een tegenstander die met zijn band gaat smijten omdat hij niet tegen zijn verlies kan? Geen van beide gedragingen getuigt van grote sportiviteit. Maar toch gebeurt het.

Zwakte

Verder zien de Japanners het tonen van dergelijke emoties als een teken van zwakte: een krijger die zich laat leiden door emoties, kan niet langer rationele beslissingen nemen en verliest het gevecht.

Het voorwoord van het tijdschrift Jūdō van de Kōdōkan is deze keer geschreven door Masayasu Funakoshi, een sportpsycholoog die stelt dat judoka die tijdens een kampioenschap te vroeg juichen, de finale uiteindelijk niet weten te halen. Hij stelt dat niet alleen, maar kan dat ook hard maken met gegevens.

Nu is het niet zo dat je in Japan nooit emoties mag tonen. Wel geldt dat er voor alles een tijd en een plek is (en als die tijd en plek er eenmaal zijn, laten de Japanners zich vaak nog veel meer gaan dan wij nuchtere Hollanders, wellicht juist omdat de mogelijkheden beperkter zijn).

Emoties tonen doe je in ieder geval niet als er serieuze arbeid moet worden verricht, en voor een judoka is het moment waarop er serieuze arbeid moet worden verricht het moment dat hij op de mat staat. Tijdens dat moment emoties tonen, wordt gezien als onprofessioneel. Het is als een rechter die tijdens het uitspreken van een vonnis in lachen uitbarst, of als een arts die tijdens een operatie een potje gaat lopen janken. Dat doe je maar buiten de rechtszaal en de operatiekamer.

91
Kosei Inoue, de huidige nationale coach van de judoka in Japan, was er zelf ook niet vies van om na de wedstrijd overwinningsgebaren te maken (Olympische Spelen in Sydney, 2000).

 

Respect voor de tegenstander

Natuurlijk leeft deze problematiek bij judo sterker dan pak hem beet atletiek. Judo is immers een krijgskunst die voortkomt uit het bushidō, een levenswijze die respect voor de vijand bijzonder hoog in het vaandel had staan. Degene die de strijd verloor, beschouwde het als een eer als hij toestemming kreeg om rituele zelfmoord te plegen. En als hij bijzonder veel respect genoot, werd hem al te veel pijn bespaard door tijdens het proces zijn hoofd af te hakken. Het is een manier van denken die destijds veel te ver is doorgeschoten, maar die ons wel kan inspireren om bepaalde dingen nu anders te doen.

Hierboven zie je de gezichten van Haruka Tachimoto en Shōhei Ōno direct na het winnen van de gouden medailles in hun gewichtsklasse in Rio. Tachimoto is moe, maar we kunnen het erover eens zijn dat beide atleten de overwinning tamelijk stoïcijns ondergaan. Misschien is een dergelijke houding niet voor iedereen weggelegd. Sommige mensen vinden het misschien zelfs onsympathiek overkomen: we zijn immers mensen, en geen robots.

Maar ik denk dat we het eens kunnen worden over het feit dat Mansur Isaev uit Rusland op de Olympische Spelen in Londen wel heel erg ver ging, zo getuige de foto hieronder.

unknown_20120731214902
Mansur Isaev na zijn overwinning op Riki Nakaya op de Olympische Spelen in Londen (2012).

Dit heeft niets te maken met het vieren van een overwinning, maar alles met het vernederen en in de grond trappen van de tegenstander, gewoon omdat het kan.

Wellicht dat sommige lezers na het zien van deze foto een heel klein beetje beginnen te begrijpen waarom het stoïcijns ondergaan van een overwinning in Japan als een soort schoonheidsideaal wordt gezien. Je hoeft het er niet mee eens te zijn, maar je kunt er wellicht begrip voor opbrengen.

Hup allebei

Ik pleit er als Nederlander niet voor om als een soort robot de mat op en af te stappen. Maar net zoals mijn leraar Aad van Polanen (6e dan) kinderen in hun waarde laat als ze een randori draaien, door iedereen aan de kant te vertellen dat ze alleen maar “hup allebei” en nooit “hup Arjen” of “hup Felicia” mogen roepen, denk ik dat we de tegenstander ook tijdens wedstrijden altijd in zijn waarde moeten laten, hoe zuur de nederlaag of hoe zoet de overwinning soms smaakt.

Tweestrijd

Kōsei Inoue, de huidige nationale coach van de Japanse judoka in Japan, was er zelf trouwens ook niet vies van om na een wedstrijd keihard te gaan zitten juichen. Tegenwoordig heeft hij daar spijt van, maar hij verkeert duidelijk nog in tweestrijd. Toch denk ik dat hij een gezonde balans heeft weten te vinden, terwijl hij zich als publiek figuur laveert tussen de oerconservatieve judoka die judo als een pure krijgskunst zien en sommige jongeren die judo vooral als een leuk spelletje beschouwen. En ja, door op die manier te laveren, bespaart hij beide partijen gezichtsverlies (!)

Op 5 oktober gaf Kōsei Inoue een persconferentie over de (overigens bijzonder goede) Japanse resultaten op de Olympische Spelen in Rio. Het lijkt erop dat de Japanners, door de focus in het reglement meer op de worpen en minder op het duw- en trekwerk te leggen, het judo weer naar zich toe hebben getrokken.

Tijdens deze persconferentie ging Inoue uitgebreid in op het vieren van de overwinning in het judo. Hieronder vind je zijn kijk op de zaak, die door mij geheel is ondertiteld. De video laat zien dat er ook binnen Japan volop over dit onderwerp wordt gediscussieerd. Ik denk dat het een uniek kijkje in de Japanse keuken biedt, want meestal houden de Japanners dit soort zaken voor zichzelf. Discussies als deze getuigen van een gebrek aan eenheid en disharmonie in eigen gelederen, en dat schept nooit een mooi beeld naar buiten toe.

(Met excuses voor de fout in de ondertiteling; ik ben ook maar een mens.)

Een gedachte over “Te vroeg gejuicht

Plaats een reactie